zaterdag 26 februari 2011

Revoluties I, 26 februari


Hieronder in hoofdlijnen een overzicht van landen waar het onrustig is op dit moment. Voor actuele informatie volgt u www.twitter.com/MeijerHerman.

Tunesië:
In Tunesië waren de demonstranten als eerste succesvol. De dictator Zine al-Abidine Ben Ali vlucht in januari na veel protesten. Gisteren (25 februari) gingen de demonstranten weer de straat op. Deze demonstraties verliepen behoorlijk rustig. De demonstranten eisen snelle veranderingen. In de interim-regering zitten namelijk veel bewindslieden uit het oude regime. De interim-regering maakt als reactie bekend half maart klaar te zijn met de gesprekken met de partijen. Vier maanden later zouden er dan verkiezingen moeten komen.

Egypte:
In Egypte begon het allemaal op 25 januari. Na weken demonstreren gaf Mubarak het stokje over aan het leger. 25 februari, een maand na het begin van de revolutie gaan de revolutionairen weer de straat op. Ze eisen het vertrek van de premier. ’s Nachts wordt het Tharir-plein schoongeveegd door het leger. Camera’s en pers worden geweerd.
Daarnaast zijn er berichten over toenemend geweld tegen de Kopten in Egypte. Soms zelfs door het leger.

Libië:
In Libië is Kadhafi de controle helemaal kwijt. 25 februari blijkt dat Kadhafi alleen nog maar controle heeft over verschillende wijken in Tripoli en sommige kleine steden in de buurt van Tripoli. Het Oosten van het land is helemaal en stabiel in handen van de opstandelingen. In Tripoli blijft Kadhafi in het zadel met behulp van huurlingen en door zijn aanhanger AK-47’s te geven. Bij confrontaties vallen 60 doden. Voor zondag 27 februari staan grote acties gepland door de opstandelingen om Tripoli te bevrijden. De nieuwsvoorzieningen uit Tripoli zijn erg slecht. Er zitten nagenoeg geen journalisten, de tweets en mails die naar buiten komen zijn niet te controleren.
Kadhafi dreigt Libië plat te branden. Iedereen die niet van Kadhafi houdt verdient niet te leven.

Irak:
In Irak wordt er op vrijdag 25 februari voor het eerst grootschalig gedemonstreerd. De demonstranten eisen meer voorzieningen en minder corruptie. In Tikrit, Basra, Bagdad en Mosul komt het tot confrontaties met oproerpolitie. Er vallen daarbij zeker tien doden. De gouverneur van Basra besluit op te stappen.
Op zaterdag 26 februari is er een aanslag op de grootste olieraffinaderij van Irak. Of de aanslag met de protesten te maken heeft is onduidelijk.

Jemen:
In Jemen wordt geprotesteerd tegen de president Ali Abdullah Saleh. Deze beloofde op te stappen in 2013, maar trekt deze belofte later terug. Bij de protesten vielen 25 februari zeker vier doden. De protesten sudderen al dagen door, tot een doorbraak lijkt het vooralsnog niet te komen.

Iran:

Ook in Iran is het onrustig. Mensen demonstreren tegen het beleid van Mahmoud Ahmadinejad. De oppositie roept nog steeds op tot demonstreren. Door het gesloten karakter van Iran is het onduidelijk of en hoeveel demonstranten er op de been zijn.

Algerije:
In Algerije geeft president Abdelaziz Bouteflika toe aan de demonstranten. De noodtoestand wordt na 19 jaar beëindigd. De demonstranten eisten dit omdat onder de noodtoestand niet gedemonstreerd mocht worden. Of de oppositie na deze toezegging stopt met demonstreren is onduidelijk. Het regime is namelijk niet populair.

Jordanië:
In Jordanië is het al weer een tijdje redelijk rustig. Na het wijzigen van de regering door koning Abdullah op 1 februari zijn er vooralsnog geen massademonstraties meer geweest. Het blijft bij kleine gevechten in de hoofdstad Amman tussen regeringsaanhangers en vaak jonge betogers. De politie treedt meestal niet op.

Bahrein:
Koning Hamad bin Isa al-Khalifa heeft vanacht (25 op 26 februari) drie ministers ontslagen als reactie op de onlusten in het land. Volgens de koning zijn deze drie ministers verantwoordelijk voor de problemen in het land. Of de jonge demonstranten ook geloven in deze oplossing voor de hoge werkeloosheid en slechte leefomstandigheden moet nog blijken.

Saudi-Arabië:
Koning Abdullah geeft 7,7 miljard aan subsidies weg om de demonstraties buiten de deur te houden. Of de demonstranten blij zijn met betere leefomstandigheden, hogere lonen en meer studiefinanciering is onduidelijk. In Bahrein en Libië werkte het geld geven of belonen aan de demonstranten niet.

Daarnaast is het onrustig geweest in Marroko, op de Gazastrook en in Sudan. De oppositiepartijen in Uganda roepen nu ook op tot demonstraties. President Yoweri Museveni reageert dat demonstreren tijdsverspilling zal zijn.

Het is goed denkbaar dat de golf van revoluties en demonstraties nog lang niet uit gespoeld is. 2011 zou weleens een heel belangrijk jaar kunnen worden voor de loop van dewereldgeschiedenis!

1 opmerking: